FAQ

Aanmelding voor toetsing door de IGC en DGC

Op deze pagina vindt u meer informatie over de aanmelding voor de toetsing. Via onze nieuwsberichten, nieuwsbrief en LinkedIn-pagina houden we u op de hoogte van de opening van nieuwe toetsingsrondes.

Kwaliteitsregistraties binnen de medisch-specialistische zorg komen in aanmerking voor toetsing door de IGC en DGC. Het ministerie van VWS geeft de volgende omschrijving van een kwaliteitsregistratie (onder andere terug te lezen in de memorie van toelichting bij de wetswijziging Wkkgz): Onder een kwaliteitsregistratie wordt verstaan de verzameling, gegevensopslag en verdere verwerking van gegevens over een welomschreven cliëntenpopulatie. Dit wordt gedefinieerd aan de hand van de onderlinge overeenkomsten die de cliënten vertonen in hun aandoening, ziekte, zorgtype en/of complicatie. Het doel is om de kwaliteit van zorg aan die cliëntenpopulatie te meten en te verbeteren. Op basis van de rapportages van deze kwaliteitsregistraties kunnen zorgverleners en zorgaanbieders leren van elkaar en zo de kwaliteit van zorg verbeteren. De kwaliteitsregistraties dienen daarmee een algemeen belang ter borging en verbetering van de kwaliteit van zorg.

Als u denkt dat uw registratie aan bovenstaande omschrijving voldoet, dan kunt u zich aanmelden voor toetsing door de IGC en DGC.

Toetsingscriteria

U vindt de toetsingscriteria op de pagina Documenten, onder het kopje Toetsingscriteria. Er is zowel een document voor de IGC als voor de DGC.

Een kwaliteitsregistratie dient te voldoen aan de door de IGC en DGC opgestelde toetsingscriteria. U vindt de criteria op deze pagina.  

Toetsingsproces

Het toetsingsproces van de IGC en DGC is de eerste stap om in aanmerking te kunnen komen voor opname in het register voor kwaliteitsregistraties bij Zorginstituut Nederland. Op deze pagina vindt u een uitgebreide uitleg over het toetsingsproces.

Op de website www.landelijkekwaliteitsregistraties.nl vindt u meer informatie over de rollen, verantwoordelijkheden en processen van de vier landelijke organisaties die bij de toetsing betrokken zijn (de IGC, de DGC, Zorginstituut Nederland en Zorgverzekeraars Nederland).

Ja, voor vragen kunt u contact opnemen met het SSC-DG via het contactformulier. Op basis van uw vraag gaan wij na of deze het beste beantwoord kan worden door de (secretariaten van de) DGC of IGC of door beide.

Het aanvraagformulier kan niet worden aangepast zodra de administratieve controle start. Op het rapport van bevindingen kunt u een schriftelijke reactie geven. Na de toetsingsvergadering van de IGC en DGC volgen soms nog aanvullende vragen van de IGC en/of DGC die u kunt beantwoorden. Op het conceptadvies kunt u een schriftelijke reactie geven. Ook heeft u dan de mogelijkheid mondeling te reageren en eventueel nieuwe bewijsstukken aan te leveren. De IGC en de DGC kunnen alleen schriftelijke bewijsstukken en reacties beoordelen; mondelinge reacties moeten dus altijd nog schriftelijk worden ondersteund.

Wanneer u laat weten geen inhoudelijke reactie te geven op het conceptadvies, wordt deze binnen enkele weken na de deadline voor reageren in een definitief advies omgezet.

Na inwerkingtreding van de wetswijziging Wkkgz kunt u met uw adviesbrief van de IGC en DGC en uw aanvraagdocumentatie een aanvraag indienen bij Zorginstituut Nederland voor opname in het landelijke register voor kwaliteitsregistraties. Wanneer u zich niet kunt vinden in het advies van de IGC en DGC, kunt u dit bij de aanvraag onderbouwen. Het Zorginstituut beoordeelt vervolgens uw aanvraag en zal het advies van de IGC en DGC meenemen in haar besluit ten aanzien van opname in het landelijk register. Bent u het niet eens met dit besluit, dan heeft u de mogelijkheid om hiertegen bezwaar aan te tekenen bij het Zorginstituut.

We attenderen u erop dat de verwachte wetswijziging Wkkgz invloed heeft op de DGC-criteria 6, 8 en 9. Na inwerkingtreding van de wet dient uw registratie aantoonbaar aan de dan geldende wet- en regelgeving te voldoen om te worden opgenomen in het register van het Zorginstituut. Dit betekent dat er voor de toetsing door het Zorginstituut aanvullende informatie nodig is; dit vraagt ook een aanvullende toetsing door de IGC en DGC. In de handreiking Toetsing naar aanleiding van wetswijziging Wkkgz vindt u hierover meer informatie.

Het wetsvoorstel zoals dit nu voorligt aan de Tweede Kamer biedt uw kwaliteitsregistratie, wanneer uw registratie door het Zorginstituut wordt opgenomen in het register voor kwaliteitsregistraties, een wettelijke grondslag voor de verwerking van (bijzondere) persoonsgegevens. Ook zijn zorgaanbieders dan verplicht om gegevens aan te leveren voor uw registratie en kunt u structurele financiering voor uw registratie aanvragen bij Zorgverzekeraars Nederland. Let op: dit is alleen van toepassing als u een aanvraag doet bij het Zorginstituut en het Zorginstituut overgaat tot opname in het register.

Ja, in de zomer ligt het proces vier weken stil en in de kerstperiode is een pauze van twee weken opgenomen. U ziet dit terug in de planning voor de toetsing (op deze pagina, onder het kopje Aanvraag- en toetsingsproces).

Pseudonimisatie

De wetswijziging Wkkgz creëert een grondslag voor het verwerken van gepseudonimiseerde gegevens ten behoeve van kwaliteitsregistraties die zijn opgenomen in het register van Zorginstituut Nederland. Dit houdt in dat zorgaanbieders direct identificeerbare gegevens gepseudonimiseerd moeten aanleveren bij registratiehouders. Registratiehouders mogen dus géén ongepseudonimiseerde gegevens ontvangen van zorgaanbieders indien de gegevens direct identificeerbare gegevens bevatten. Het ontvangen van niet-gepseudonimiseerde gegevens moet beschouwd worden als een datalek.  

Indien een kwaliteitsregistratie géén gebruikmaakt van direct identificeerbare gegevens, dan hoeven zorgaanbieders niet te pseudonimiseren. Registratiehouders mogen dan dus ongepseudonimiseerde gegevens ontvangen van zorgaanbieders.

Let op: een (gepseudonimiseerd) BSN mag zonder specifieke wettelijke grondslag niet gebruikt worden voor een kwaliteitsregistratie (zie volgende vraag over gebruik van het BSN).

Het verwerken van een (gepseudonimiseerd) BSN is enkel toegestaan als daar een specifieke wettelijke grondslag voor bestaat. Voorbeelden van zo’n specifieke wettelijke grondslag zijn de grondslagen voor de LADIS en LTR in de Wkkgz. Over het algemeen bestaat die specifieke wettelijke grondslag niet voor kwaliteitsregistraties. Het is (doorgaans) dus niet toegestaan om het BSN te gebruiken voor een kwaliteitsregistratie.

Indien een kwaliteitsregistratie gebruikmaakt van een (gepseudonimiseerd) BSN zonder daarvoor een specifieke wettelijke grondslag te hebben, leidt dit tot een negatief advies van de DGC. De kwaliteitsregistratie kan dan niet worden opgenomen in het register voor kwaliteitsregistraties van Zorginstituut Nederland.

In dit nieuwsbericht leest u wat het advies is m.b.t. de voorbereiding op pseudonimisatie door zorgaanbieders.

Vragen over andere soorten registraties

Nee, vooralsnog toetsen de IGC en DGC uitsluitend kwaliteitsregistraties voor de medisch-specialistische zorg.

Nee, vooralsnog toetsen de IGC en DGC uitsluitend kwaliteitsregistraties voor de medisch-specialistische zorg.

Heeft u een andere of aanvullende vraag? Neem dan contact met ons op.